Lessenserie groep 7/8

<= Boomwhackers les 1                                             Boomwhackers les 3 =>

Les 2: lessenserie over en met boomwhackers

Meespelen! 

Doel(en) van de les

Doel lessenserie: Aan het einde van de lessenserie hebben de leerlingen kennis gemaakt met boomwhackers, weten ze hoe ze hierop moeten spelen en kunnen de leerlingen in samenwerking met de docent een willekeurig popnummer begeleiden. Dit willen we bereiken met de drie lessen die in het teken staat van boomwhackers, ritme en popmuziek.

Doel les: Aan het einde van de les hebben de leerlingen geoefend met het meespelen met YouTube en het begeleiden van popmuziek met akkoorden. 


Domeinen van muziek binnen de les

Maken, spelen, improviseren, lezen en noteren 


Benodigdheden

Boomwhackers (C, D, E, F, G, A, B, C') 

Bronvermelding

https://www.youtube.com/watch?v=qhJnIF8GHnw (Banana Boat Song)

https://www.youtube.com/watch?v=yhr3n15o0yw&t=69s (Popcorn)

https://www.youtube.com/watch?v=dKdV7njtZW0 (Hallo allemaal) 

https://www.youtube.com/watch?v=PrLoFYWkTaM (Old Town Road)

https://www.youtube.com/watch?v=8odDJUK6CeM (Smashing Pumpkins) 

Inleiding

In deze les ga je als leerkracht met de leerlingen herhalen wat je de vorige les gedaan en geleerd hebt. Herhaal de manier hoe je met boomwhackers omgaat en kies één of twee van de vorige spellen die met de boomwhackers te maken hebben. De volgende spellen hadden met boomwhackers te maken:

Activiteit 1: Je gaat met alle leerlingen in een kring staan. Vervolgens geef ja aan iedereen een boomwhacker. Leg uit dat jullie zo elke keer achter elkaar aan een klap met de boomwhacker geven, je geeft als ware de klap door de hele cirkel rond. Oefen dit een paar keer en kijk als leerkracht of het moeilijker kan. Je kunt het moeilijker maken door de leerlingen aan te sporen om sneller te gaan of er een extra spelelement in te voegen. Wanneer iemand twee keer met de boomwhacker op zijn/haar hand slaat gaat de klap de andere kant van de kring op. Het gaat hier om concentratie.

Activiteit 6: Laat alle leerlingen op een rij staan, iedereen heeft een boomwhacker op de juiste volgorde van de toonladder (C-D-E-F-G-A-B-C'). Er is één leerling die de andere leerlingen 'aan' zet door ze aan te wijzen/aan te raken (kijk zelf wat het beste bij jouw klas past) en zo laten verschillende leerlingen hun klanken horen en kun je de leerlingen er mee laten spelen. Je kunt het ook weer in twee groepen doen, zo zijn er meer leerlingen bezig met muziek.

Misschien is er een muzikale leerling die de andere leerlingen zelfs een liedje kan laten spelen. Anders is hier een voorbeeld die je voor een leerling op een briefje kunt schrijven (Vader Jacob).

Activiteit 2: Deel de groep op in ongeveer groepjes van 10 en geef iedereen een boomwhacker. De opdracht is om op volgorde te staan van lage tonen naar hoge tonen. Dit doet het groepje door te luisteren naar eigen- en andermans klanken van de boomwhackers. Geef de leerlingen voor de eerste ronde zoveel tijd als ze nodig hebben (ongeveer 2,5 minuut). Het zal je opvallen dat de leerlingen veel gaan overleggen en dat één iemand de leiding neemt. In de tweede ronde wissel je een aantal boomwhackers met andere boomwhackers, zodat het niet dezelfde volgorde van leerlingen zal zijn en geef je de opdracht dat ze niet mogen praten, maar natuurlijk wel de toon mogen slaan met de boomwhackers. Lukt dit ook? Je kunt er ook een wedstrijd van maken, welke groep heeft als eerste de tonen van laag naar hoog?

Activiteit 7: Bij deze activiteit zijn de boomwhackers weer nodig. Verdeel de groep in tweeën en laat de beide groepen op een rij staan met de ruggen tegen elkaar aan. Geef van alle boomwhackers twee dezelfde aan twee verschillende leerlingen (ene rij en de andere rij), je hebt dus verschillende koppels met dezelfde toon in klas. Laat de voorste in de rij zijn/haar toon spelen en laat de andere rij uitzoeken welke toon daarbij hoort (C zoekt C, D zoekt D etc). Dit doe je door de leerlingen in de rij om en om te laten slaan en zo erachter te komen welke de juiste is.

Kern

Je hebt nu met de klas opnieuw geoefend met het maken van muziek met boomwhackers. Wij hebben voor jullie een aantal liedjes van Youtube uitgezocht die makkelijk te begeleiden zijn met boomwhackers. Hieronder zie je een lijst met de verschillende nummers die je kunt spelen met de klas. Let erop, liedjes waar je de akkoordbegeleiding bij doet, zijn veel makkelijker dan liedjes die je precies mee gaat spelen met de melodie (lees overige opmerkingen/dingen waar je als leerkracht op moet letten).

Belangrijk is om van tevoren uit te zoeken welk van de volgende liedjes je wilt doen en welke boomwhackers daar precies bij horen. Wij bieden een assortiment aan met nummers die je mee zou kunnen spelen, zodat de leerkracht zelf uit kan zoeken welke liedjes het beste bij de klas passen qua luisterwereld en niveau van spelen. 

(Banana Boat Song) - makkelijk te begeleiden met boomwhackers, meespelen met akkoorden. 

(Banana Phone) - makkelijk te begeleiden met boomwhackers, meespelen met akkoorden.

(Popcorn) - makkelijk te begeleiden met boomwhackers, meespelen met akkoorden.

(Smashing Pumpins) - lastiger dan akkoorden, maar het gaat erg langzaam, waardoor de melodie goed bij te houden is.

(Hallo allemaal) (instudeerversie) en (meespeelversie) - lastiger te begeleiden met boomwhackers, omdat je de melodie speelt.

(Old Town Road) - maak de keus om de onderste partij te spelen als je klas nog niet geheel muzikaal is. Om op te bouwen kun je 2 en 3 kiezen. 

(Can't stop the feeling) - begeleiding met hele akkoorden. 

Wanneer je een lied hebt gekozen is het belangrijk dat je het als leerkracht voor jezelf goed kent en goed weet te introduceren. Zorg ervoor dat je als leerkracht mee kunt tellen met de muziek. Zeker voor liedjes waarbij je akkoordbegeleiding doet van een nummer, is het belangrijk om het ritme goed te kunnen tellen (tel: 1, 2, 3, 4).

Extra: Geef de leerlingen in groepjes van ongeveer 5 leerlingen een groot papier en allemaal gekleurde rondjes (de kleuren van de boomwhackers). Laat de leerlingen zelf een lied componeren. Hierbij daag je ze uit om zelf te componeren, improviseren en noteren (grafische notatie). Geef hierbij de uitleg dat er per maat vier kleuren kunnen en teken het volgende schema op het bord om aan te geven wat je bedoelt. 

De leerlingen maken dus een grafische notatie en presenteren dit later aan elkaar. Je kunt de klas elkaars grafische notaties laten spelen. Loop als leerkracht rond en help leerlingen waar nodig. Voor de muzikale kinderen in de klas kun je ze ook vrijer laten en aangeven dat er vier tellen in de maat moeten (vierkwartsmaat). Dit is ook aan jou als leerkracht om te kijken hoe muzikaal de klas is en hoe muzikaal je zelf bent.

Afsluiting

Kijk met de leerlingen naar het volgende schema, leg uit dat je per rij wat onder elkaar staat, het vier tellen speelt. Dit kunnen vier slagen zijn, maar ook alleen een slag op de eerste tel. De noten die tegelijk worden gespeeld staan dus onder elkaar. Om een beetje rust te bewaren in het schema zit er telkens een witte rij tussen, dat geldt niet als rust, maar voor het scheppen van orde. 

Hierbij tel je dus per rij (D+F+E, F+A+C, C+E+G, G+B+D) vier tellen. Oefen met dit schema om het voor elkaar te krijgen om akkoorden te spelen tegelijk. Wanneer dit lastig is om drie klanken tegelijk te spelen, maak dan de keuze om de eerste (grondtoon) en de kwint (derde toon in schema) te spelen, hierbij laat je dan de terts weg (tweede toon in schema).

Overige opmerkingen/dingen waar je als leerkracht op moet letten

Leer de leerlingen in hun hoofd tellen: 1, 2, 3, 4 --> 2, 2, 3, 4 --> 3, 2, 3, 4 --> 4, 2, 3, 4. Hierbij tel je dus vier maten met een vierkwartsmaat. Door telkens aan het begin het volgende getal te zeggen, weet je bij welke maat je bent. Popmuziek heeft vaak vier verschillende maten met akkoorden, daarbij kun je deze telling dus gebruiken. Wanneer dit lastig is kun je ook telkens opnieuw beginnen met tellen (1, 2, 3, 4, 1, 2, 3, 4, 1, 2, 3, 4 etc).

Let erop dat als je zelf liedjes kiest om mee te spelen, dat dit niet al te ingewikkelde nummers zijn. Het ligt eraan hoe goed jouw klas mee kan spelen met YouTube. Het fijnste om mee te spelen zijn akkoorden die bij een lied horen én waar aangegeven wordt wanneer je precies moet slaan. Wat wordt er bedoeld met akkoorden? Één (of meerdere tonen tegelijk) toon per vier tellen in plaats van de gehele melodie, dit is namelijk pas goed te doen wanneer je het lied heel goed kent en de juiste tonen weet te vinden als leerling. 

<= Boomwhacker les 1                                                 Boomwhacker les 3 =>


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin