Maak en zing 5/6

<= Maak en zing les 1                                                    Maak en zing les 3 =>

Les 2: Maak en zing!

'En ik dacht, hoe?' 

Doel(en) van de les 

Doel lessenserie: Aan het eind van deze lessenserie hebben de leerlingen een instrument gemaakt van kosteloos materiaal, waarna ze zichzelf hebben begeleid bij het zingen van een popnummer. Dit willen we bereiken door 

Doel les: Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen het nummer 'Hoe' van Nielson en Miss Montreal meezingen met de muziek, doordat zij op verschillende manieren hebben kennisgemaakt met het liedje. 

Domeinen van muziek binnen de les

In deze les staat het domein zingen centraal. De leerlingen leren de tekst van een popliedje door het mee te zingen met de (wellicht instrumentale) begeleiding. Daarnaast zijn de leerlingen tijdens bepaalde activiteiten bezig met het luisteren naar de tekst. Ze krijgen specifieke luisteropdrachten om zo uiteindelijk de tekst goed te leren kennen. 

Benodigdheden

Voor deze les is het handig om via YouTube het lied aan te zetten, zodat de leerlingen die het liedje nog niet kennen, het kunnen luisteren. Daarnaast kun je, wanneer de klas de tekst goed kent en goed zingt de instrumentale versie aanzetten. Het is natuurlijk nóg leuker als de leerkracht met zijn/haar instrument kan begeleiden! 

Bronvermelding

https://www.youtube.com/watch?v=7ECB5AigzzY (originele lied met videoclip)

https://www.youtube.com/watch?v=fkB_OxRwqYA (originele lied, met tekst)

https://www.youtube.com/watch?v=Jf9Gmn--1F4 (instrumentale versie, zonder tekst) 

Inleiding

In deze les wordt een popliedje van zanger Nielson aangeleerd. Zeer waarschijnlijk kent het merendeel van de klas het liedje, of in ieder geval de melodie al.

Om erachter te komen of en vooral hoeveel de kinderen al kennen, kun je het liedje de eerste keer met videoclip laten zien. Waarschijnlijk zullen de kinderen het herkennen en zingen ze al gauw mee! Er zullen ook leerlingen zijn die het nog niet zo goed kennen. Maak de leerlingen enthousiast voor deze les: aan het eind kan iedereen het liedje meezingen! 

Kern

Bij deze eerste oefening moeten de leerlingen heel goed luisteren naar de tekst. Iedere keer als het woordje hoe wordt gezongen, gaan ze staan en daarna direct weer zitten. Maak duidelijk de afspraak dat de kinderen alleen gaan staan bij hoe en dus niet bij ieder woord dat eindigt op 'oe'.

Doordat de leerlingen het liedje al een paar keer hebben gehoord, kunnen ze (onbewust) het liedje al grotendeels meezingen. De leerlingen hebben tot nu toe vooral geluisterd, dus het wordt hoog tijd om te gaan zingen! Aangezien het liedje vrij lang is, en veel tekst heeft, is het belangrijk om niet direct alles aan te bieden. Kies er daarom voor om het in stukjes te verdelen.

Een logisch eerste stukje is het refrein, want dit komt telkens terug. Door dit hardop te benoemen, kun je de leerlingen muzikale begrippen overbrengen. Daarnaast kun je met de leerlingen kijken naar de vorm van een liedje. Popliedjes hebben vaak een vaste indeling, namelijk:

  • Intro - begin van het liedje, vaak instrumentaal

  • Couplet - een terugkerend melodisch stuk, waarvan de tekst steeds verandert

  • Refrein - een telkens terugkerend stuk (zelfde melodie en zelfde tekst)

  • Couplet - een terugkerend melodisch stuk, waarvan de tekst steeds verandert

  • Refrein - een telkens terugkerend stuk (zelfde melodie en zelfde tekst)

  • Brug - een compleet nieuw stuk, vaak met tekst maar kan ook instrumentaal

  • Outro - een afsluiting, vaak vergelijkbaar met het refrein

Nu de leerlingen bekend zijn met de vorm van de meeste popliedjes, snappen ze ook waarom het logisch is om te beginnen met het refrein. Het refrein van het liedje 'Hoe' gaat als volgt:

"En ik dacht, hoe, hoe?
Passen wij ineens zo goe-oed
Bij elkaar en ik weet niet wat ik doe-hoe, doe-hoe
Hoe zijn we hier beland? Oeh-oeh, oeh-oeh"

Leer het refrein aan door zelf het eerste deel van de zin te zingen en de leerlingen het af te laten maken. De leerkracht zingt dan: "En ik dacht..." waarop de leerlingen reageren: "... hoe, hoe", de leerkracht weer: "Passen wij ineens zo ..." met als reactie "... goe-oed". Hierdoor krijg je een reactiespel. Wanneer dit er goed in zit bij de leerlingen, kun je ze het gehele refrein laten meezingen. Zing een regel voor en laat de leerlingen dit herhalen en breid dit uit tot het hele refrein.

De leerlingen kennen nu al een groot deel van het liedje. Zing het liedje een keer mee met het origineel, waarbij de kinderen het refrein zingen (zet de muziek dan zacht, zodat je kunt horen hoe of het goed gaat).

Je kunt nu aan de slag gaan met het intro. Aangezien kinderen heel snel iets overnemen en oppikken, kun je dit door middel van de wegveeg- of weggeefmethode doen. Hiermee zing je een deel voor en zingen de kinderen de rest. Bij de wegveegmethode schrijf je de tekst op het bord en veeg je telkens iets meer weg, totdat ze het uiteindelijk helemaal uit het hoofd kennen. Dit moet je echter wel per couplet doen, want anders is het te veel in één keer.

Zing vervolgens met de gehele klas het liedje een paar keer mee. Als de kinderen het prettig vinden, zou je de versie met tekst op het bord kunnen projecteren. De kinderen kunnen dan meezingen.

Afsluiting

Als het goed is, kunnen de leerlingen het lied nu met de originele versie meezingen. Vertel de kinderen dat ze in de volgende les geen steun meer hebben aan de instrumentale achtergrondmuziek, want in de volgende les gaan ze zichzelf begeleiden op hun instrumenten.

Om alvast te oefenen zonder de gezongen tekst, kun je de instrumentale versie aanzetten. De kinderen zingen dan zelf en leren goed te luisteren naar de timing van het liedje. De instrumentale versie =>

Als de leerkracht zelf een (begeleidings-)instrument speelt, is dat natuurlijk nog leuker! De leerlingen moeten dan namelijk nóg beter te luisteren naar het instrument, en ze weten dan zonder hulp van de versie op YouTube zelfstandig in te zetten.

Blik met de leerlingen aan het eind van deze les terug op het doel: is het behaald? Wat ging er goed en wat kan misschien nog beter? Vertel de leerlingen dat ze in de volgende les de gemaakte instrumenten uit les één erbij pakken en daarmee het liedje gaan finetunen. 

Overige opmerkingen/dingen waar je als leerkracht op moet letten

Laat niet direct de tekst op het bord zien. Kinderen kunnen heel snel gezongen tekst overnemen. Ze leren het sneller door het na te zingen, dus zet het niet gewoon aan op het bord. Daarnaast is het verstandig om de losse stukjes kort te houden en steeds verder uit te breiden. Bied het nummer niet in één keer aan, maar pak er steeds een stukje bij!


<= Maak en zing les 1                                                    Maak en zing les 3 =>


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin